De abdij werd in de 12e eeuw gesticht door cisterciënzer monniken en in de 17e en 18e eeuw gewijzigd. De keuze van de plaats is geen toeval: de aanwezigheid van water is fundamenteel voor de aanleg van de grachten en visvijvers. Het gebouw is typisch voor de cisterciënzerarchitectuur en respecteert de nederigheid en soberheid van deze orde. Je kunt je even voorstellen dat de monniken rondlopen in het klooster, dat nu verdwenen is. De kapittelzaal vind ik bijzonder rustgevend. Het gebouw werd gedeeltelijk ontmanteld tijdens de Revolutie, met plannen om het te verplaatsen naar St-Antonin.
In 1953 ontdekten kunstverzamelaars Geneviève Bonnefoi en Pierre Brache de abdij in vervallen staat. Na uitgebreide restauratiewerkzaamheden werd het kunstcentrum in 1970 ingehuldigd.
In 2022 werd het gebouw nieuw leven ingeblazen dankzij een drie jaar durende renovatie die toegang gaf tot de slaapvleugel van de monniken, die voorheen gesloten was voor het publiek.
De geschiedenis van de plaats wordt in het museum uitgelegd aan de hand van interactieve apparaten.